PDF
Stel PDF samen

AMBZ-zuidoost-logo_DEF-01.jpg 

Borstsparende operatie
Lumpectomie

In overleg met uw medisch specialist en verpleegkundig specialist heeft u gekozen voor een borstsparende operatie. De borst blijft dus behouden. Toch kan dit een emotioneel ingrijpende operatie zijn. Daarom leggen we u in deze folder precies uit wat er gaat gebeuren. Heeft u nog vragen of maakt u zich zorgen? Laat het ons weten. Wij zijn er voor u.

Wat is een borstsparende operatie?

Bij borstkanker zijn een borstamputatie en een borstsparende operatie de meest voorkomende operaties. Een borstsparende operatie heeft in principe de voorkeur, maar niet elke patiënt komt hiervoor in aanmerking.

Een borstsparende operatie is bijvoorbeeld geen optie wanneer:

  • de kwaadaardige tumor een groot gebied omvat;
  • de kwaadaardige tumor erg groot is in verhouding tot de hele borst;
  • er in de borst uitgebreide groei van het voorstadium van borstkanker is gevonden;
  • er medische, psychologische of praktische redenen zijn om van bestraling af te zien.

Als er van bovenstaande situaties geen sprake is, heeft u de keuze uit een borstamputatie en een borstsparende operatie. De kans op genezing is in dat geval voor beide behandelingen hetzelfde.

Wat gebeurt er bij een borstsparende operatie?

Bij een borstsparende operatie wordt de kwaadaardige tumor en een gedeelte gezond weefsel rondom de tumor weggehaald. Bij de operatie worden kleine clips in de borst geplaatst, op de plek waar de tumor is verwijderd. Dit is ten behoeve van de bestraling, die altijd volgt op een borstsparende operatie. U voelt niets van deze clips.

Na de operatie onderzoekt de patholoog het weggenomen weefsel en de lymfeklier(en). Op basis van de onderzoekuitslag kan de medisch specialist bepalen of en welke vervolgbehandelingen nodig zijn.

Bestraling

Na de borstsparende operatie is meestal bestraling van de borst nodig (zie folder radiotherapie). Voor en na de borstsparende operatie heeft u een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog. Zij/hij bespreekt met u hoe, waar, hoe vaak en wanneer de bestraling plaatsvindt en waar u in de bestralingsperiode op moet letten.

De bestraling start ongeveer 3 weken na de operatie. Over het algemeen wordt u gedurende meerdere weken bestraald. De bestralingen zelf duren maar enkele minuten.

Bestraling geeft meestal weinig klachten. U kunt zich iets vermoeider voelen in de periode dat u bestraald wordt. Ook kunnen er plaatselijk huidreacties (roodheid en irritatie) optreden en kan uw borst tijdelijk wat voller en gevoeliger zijn. De huid gaat meestal niet kapot.

Voorbereiding

Binnenkort wordt bij u een borstsparende operatie uitgevoerd. Deze operatie gebeurt in dagbehandeling. U mag dus dezelfde dag naar huis.

Belangrijke punten als voorbereiding op uw operatie:

  • Nuchter zijn
    Om braken tijdens en na de operatie te voorkomen, is het belangrijk dat u nuchter bent. Dit betekent dat u tot 6 uur voor de operatie gewoon kunt eten en drinken, maar liever geen extreem vette maaltijden. U kunt tot 2 uur voor de operatie heldere vloeistoffen drinken, (thee, water) zonder koolzuur. Zie folder: Nuchter blijven voor een ingreep.

  • Medicijnen
    Meld altijd aan de anesthesioloog welke medicijnen u gebruikt. Bepaalde medicijnen (zoals bloedverdunners) kunt u een aantal dagen voor de borstreconstructie niet meer gebruiken. De anesthesioloog bespreekt met welke medicijnen u voor de operatie kunt blijven gebruiken.

  • Roken
    Wij raden u aan om minstens 6 weken voor de operatie te stoppen met roken. Nicotine vernauwt de bloedvaten waardoor problemen bij de wondgenezing kunnen optreden. Daarnaast zijn de ademhalingswegen van rokers vaak geïrriteerd en daardoor gevoeliger voor ontstekingen. Tevens stimuleert roken de maagzuurproductie. Bovendien kan hoesten na de operatie erg pijnlijk zijn.

  • Uiterlijke verzorging
    Zorg ervoor dat uw huid schoon is wanneer u naar het ziekenhuis komt. Verwijder eventuele make-up, nagellak, nepnagels en piercing(s). Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuislaten. Uw kunstgebit, gehoorappara(a)t(en) en/of bril mag u meenemen naar de operatiekamer.

  • Ontharen
    Wij vragen u uw oksels vanaf 3 dagen voor de operatie niet meer zelf te ontharen met een tondeuse, scheermesje of ontharingscrème, omdat u daarmee het risico op infecties na de operatie vergroot.

Dag van de operatie

Het is heel belangrijk dat u op de dag van uw operatie de volgende benodigdheden meeneemt:

Een beha die goede steun geeft, liefst een sportbeha.

  • (Bad-) Slippers.
  • Toiletartikelen.

Indien u medicatie gebruikt:

  • Uw medicatie.
  • Een Algemeen Medicatie Overzicht (A.M.O). Deze is aan te vragen en af te halen bij uw apotheek.

Voordat u naar de operatieafdeling gaat, vraagt de verpleegkundige u een operatiehemd aan te doen. Soms krijgt u een kalmerend middel van de verpleegkundige via een tablet. Dit middel is een voorbereiding op de algehele anesthesie. U kunt hiervan een slaperig gevoel en een droge mond krijgen.

Wij zullen u tijdens de opname een tijdsindicatie geven hoe laat de ingreep zal plaatsvinden. Deze tijd is een richttijd en zal altijd aan onvoorziene en onverwachte gebeurtenissen onderhevig zijn.

De operatie

Hoe lang de ingreep precies duurt, hangt af van de grote van de ingreep die met u is afgesproken.

Na de operatie

Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer. De chirurg zal uw contactpersoon hierover telefonisch op de hoogte stellen. Als u goed wakker bent, wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling.

Na de operatie heeft u waarschijnlijk in meer of mindere mate pijn. Voor uw herstel is het van belang dat u na de operatie zo min mogelijk last heeft van pijn. De verpleegkundige zal u vragen om aan te geven of u op dat moment pijn heeft. Voor een goede pijnbehandeling voor, tijdens en na de ingreep is het van belang dat u de mate van pijn op dat moment aangeeft. Na de ingreep wordt zowel op de uitslaapkamer als op de afdeling gekeken hoeveel pijn u heeft. Dit gebeurt met behulp van een vraag waarop u de mate van pijn op een schaal van 0 tot 10 kunt aangeven.

Na de operatie bekijkt u samen met de verpleegkundige en eventueel met uw partner, de wond. Als u goed herstelt, kunt u naar huis. Dit zal over het algemeen in de middag zijn.

Onderzoek van weggenomen weefsel en klier(en)

Na de operatie worden het weggenomen weefsel en de lymfklier(en) onderzocht door de patholoog. Het onderzoek levert de volgende informatie op:

  • Hoe groot is de tumor?
  • Wijken de tumorcellen sterk af van de gezonde cellen?
  • Hoe snel groeien de tumorcellen?
  • Is tijdens de operatie de gehele tumor verwijderd?
  • Hebben de borstkankercellen zich verspreid naar de lymfeklieren?
  • Hebben de borstkankercellen hormoonreceptoren? Dat wil zeggen: delen de kankercellen zich onder invloed van vrouwelijke hormonen?
  • Hebben de borstkankercellen HER2-receptoren? Ongeveer 20% van de borstkankerpatiënten heeft deze overmaat van eiwitten. Deze eiwitten worden ook wel HER2neu-receptoren genoemd. Ze zorgen ervoor dat groeiprikkels aan de kankercellen worden doorgegeven.

Uitslag

Het duurt ongeveer 5 werkdagen voordat de uitslag van de patholoog bekend is. Als de uitslag bekend is, wordt u hierover geïnformeerd door de medisch specialist tijdens het polikliniek bezoek. De informatie van de uitslag gebruikt de medisch specialist om te bepalen of er vervolgbehandelingen nodig zijn. De uitslag wordt, indien nodig, opnieuw door het team van specialisten besproken. Daaruit volgt het definitieve advies voor een eventuele vervolgbehandeling.

Risico's en complicaties

Iedere operatie geeft een kleine kans op complicaties, zoals trombose, longontsteking, een nabloeding of wondinfectie. We nemen alle nodige voorzorgsmaatregelen om deze complicaties te voorkomen.

Hoe kunt u zelf meewerken aan uw herstel?

Het is belangrijk dat u al snel na uw operatie weer in beweging komt. Dit is goed voor uw bloedcirculatie en uw spijsvertering. Wanneer uw arts geen bezwaar heeft, zijn bewegingen in bed, zoals het aanspannen van de spieren van het been, voeten en tenen optrekken en rechtop gaan zitten, goed voor uw herstel.

Wanneer u wilt gaan zitten is het belangrijk uw wond te ontzien. Het is belangrijk dat u niets forceert t.a.v. het operatiegebied. Uw verpleegkundige kan u hier instructies over geven.

Naar huis

Als gevolg van uw operatie bent u meestal niet meteen weer fit, maar als u zich goed voelt kunt u uw normale leefpatroon weer oppakken. Dit verschilt per persoon en per ingreep.

Wat kunt u de dagen na de operatie doen:

  • Douchen.
    U hoort van de verpleegkundige wanneer u mag douchen.

  • Roze kleur.
    De roze kleur op uw huid in het operatiegebied kunt er u beter niet af boenen. De roze kleur wordt minder na het douchen.

  • Baden of zwemmen.
    De komende 4 - 6 weken niet baden of zwemmen.

  • Pleisters.
    U mag de pleisters na 3 dagen verwijderen.

  • Verband.
    Als de wond nog lekt, kunt u de gazen naar behoefte vervangen.

  • Hechtingen.
    De hechtingen zijn oplosbaar, ze  hoeven dus niet verwijderd te worden.

  • Drain.
    Zelden gaat u na deze operatie met een drain naar huis. Wanneer u met de drain(s) naar huis gaat, krijgt u een informatiefolder mee van de verpleegkundige.

  • Beha.
    Het is belangrijk om een goede beha te dragen voor het ondersteunen van de borsten.

  • Belasten en mobiliseren:
    • Zwaar lichamelijk werk (o.a. huishoudelijk werk, tuinieren en sporten) wordt de eerste 4 - 6 weken afgeraden.
    • Autorijden wordt afgeraden totdat u het stuur weer optimaal kunt hanteren.
    • Blijf liever niet te veel in bed liggen. U kunt uw armen op geleide van de pijn bewegen. Dus alleen meer bewegen wanneer het geen pijn doet. Zie ook de folder ‘Oefeningen na een borstoperatie met of zonder okselklierdissectie’.
  • Pijnstilling. Zo nodig krijgt u een recept voor pijnmedicatie mee naar huis. Probeert u zich aan de richtlijntijden te houden. De verpleegkundige zal bij ontslag de gewenste tijden voor inname van de medicijnen met u doornemen. Bij veel pijn kunt u een klein kussentje gebruiken om ‘tegendruk’ bij de wond te geven of onder de arm te leggen. Het is verstandig om voor de operatie al paracetamol in huis te hebben (indien er geen sprake is van een allergie hiervoor).

  • Antistolling medicatie.
    Indien van toepassing zal de chirurg u vertellen wanneer u weer met uw medicatie kan starten.

  • Poliklinioekafspraak.
    Na ongeveer een week na de operatie wordt u bij ons op de polikliniek verwacht. Tijdens deze afspraak;
    • krijgt u de uitslag van het onderzochte weefsel,
    • wordt het verdere behandeltraject met u besproken,
    • controleert de medisch specialist uw wond,
    • wordt het verdere traject ten aanzien van het mobiliseren besproken.

Heeft u nog vragen?

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen.

0495 – 57 20 80
Maandag t/m vrijdag:
08:30 – 16:30 uur  

U kunt ons ook altijd mailen:
alexandermonrozuidoost@sjgweert.nl

Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp (SEH):
0495 – 57 26 10 

Neem direct contact met ons op:

  • wanneer de wond veel nabloed;
  • wanneer de drain opeens veel gaat produceren;
  • bij koorts boven de 38,5 ℃;
  • wanneer de wond kloppende pijn veroorzaakt en de wond er rood en vurig uitziet;
  • bij te veel vochtophoping (seroom);
  • bij onvoldoende pijnstilling.

Controleer de wonden op roodheid, wondlekkage, harde plekken en het wijken van de wondranden. Bij roodheid van de wond of hevige pijn, is het raadzaam uw temperatuur te controleren.